Op zondag 30 oktober, enkele dagen vóór Allerzielen, gedenken we in de dienst de mensen die zijn overleden. Van de mensen die in dit kerkelijk jaar zijn gestorven noemen we de namen die zij bij hun geboorte hebben meegekregen en een leven lang hebben gedragen. Die namen worden niet vergeten, en ondanks al het verdriet en gemis dat we ervaren, geloven we dat ook God hen niet zal vergeten.

Dit jaar lezen we in de dienst een ontroerende passage die te vinden is aan het eind van het boek Genesis. Daar wordt verteld hoe de kinderen van Jakob hun gestorven vader in liefde wegdragen, vanuit Egypte, naar het familiegraf in het land Kanaän. Daarmee gaat Jakob niet terug naar zijn oorsprong, maar wordt hij meegegeven aan de toekomst, aan Gods toekomst. Voor die toekomst hebben zijn vaders en moeders geleeft, voor die toekomst zullen ook zijn kinderen leven.